Onderpresteren en slachtoffergedrag

Lui, vergeetachtig, ongemotiveerd, ongeïnteresseerd, ongeorganiseerd, chaotisch en nog zo wat. Hoe vaak zeggen we dat niet over een leerling, in de docentenkamer of bij een rapportvergadering. Daarmee spreken we een oordeel over iemand uit en daar blijft het dan vaak bij. Terwijl je je moet afvragen waar dat gedrag vandaan komt.
Dat is op zich al erg genoeg, maar ik spreek geregeld leerlingen die zichzelf ook zo zijn gaan zien en geloven dat daar de oorzaak ligt van hun slechte schoolresultaten. “Ik ben nu eenmaal zo.” Alsof het een karaktereigenschap is, die ze niet kunnen veranderen. Niets is minder waar. Luiheid, vergeetachtigheid enzovoort zijn vormen van gedrag en het fijne van gedrag is dat je dat kunt veranderen. Mits je erkent dat je van dat gedrag last hebt.

“Ik ben nu eenmaal verstrooid. Ik vergeet vaak afspraken”, vertelde Marije me een tijdje terug, toen ik haar confronteerde met een afspraak die ze niet was nagekomen. Ze zou die ochtend een belangrijk gesprek hebben met mijn collega Els de Jong en dat was ze zomaar vergeten. Wat was hier aan de hand?

Er was nog maar een paar weken te gaan tot de overgang naar 6V en Marije stond er niet goed voor. Het was bijna een kopie van de situatie aan het eind van 4V. Toen had ze 10 tekortpunten en stond ze op zittenblijven. Collega’s hadden geen idee hoe ze haar moesten aanpakken, zodat ze haar onvoldoendes zou wegwerken. Iedereen was ervan overtuigd dat ze het kon. Tenslotte was Marije een van onze slimste leerlingen, daarover bestond geen misverstand. Maar: “Ik kan haar niet aan het werk krijgen.”

Zes weken voor de overgang hadden Els en ik een aantal gesprekken met haar. We hadden afgesproken dat Els haar zou helpen met de planning en dat ik met haar zou kijken wat haar belemmeringen waren. Het was meteen duidelijk dat Marije zelf ook niet wist hoe het verder moest. Het was geen kwestie van niet willen. Integendeel, ze wilde heel graag de cijfers halen die ze waard was, maar ze had geen idee hoe ze het moest aanpakken.

Onze gesprekken in 4V hadden onmiddellijk effect. Met hulp van Els kreeg Marije structuur en overzicht van wat ze nog moest inhalen om aan een voldoende te komen. In de gesprekken met mij ging ze begrijpen hoe faalangst haar in de weg zat. “Liever een 1 dan een 6, want dat is beneden mijn niveau.” Dat is een patroon dat je bij veel onderpresterende leerlingen ziet. Ze noemen zichzelf dan lui, maar eigenlijk is het angst om tekort te schieten, om niet aan de hoge eisen te voldoen die ze zichzelf stellen.

In die laatste zes weken voor de overgang maakte Marije zich kwaad en haalde alleen nog maar achten, negens en tienen voor toetsen. In no time had ze haar tekorten weggewerkt en uiteindelijk ging ze zonder één onvoldoende over.

herhaling

Aan het eind van 5V lijkt het op het zelfde uit te draaien. Ook nu staat ze op zittenblijven en is behoorlijk in de war en in paniek. Ze is het overzicht helemaal kwijt over wat ze nog moet doen en hoe ze dat moet aanpakken. Zegt dat ze structureel tijd te kort komt.

Vorige week had ze een kort gesprek met Els waarin ze een begin met de planning hebben gemaakt. Vandaag zou ze in de grote pauze met Els verder gaan. Maar daar kwam ze niet opdagen. Mijn eerste vraag in ons gesprek was: “Wat zeg je daarmee over je zelf?” Vragende blikken, geen idee. Antwoord: “Ik ben gewoon verstrooid.” Op mijn opmerking dat ze die verstrooidheid en vergeetachtigheid ook kon afleren reageerde ze heel verbaasd. “Nee, ik ben nu eenmaal zo. Altijd al geweest.”

Marije is erg geïnteresseerd in filosofie. Ik besluit met haar een gedachtenexperiment te doen.

“Je bent het met me eens dat die afspraak met mevrouw de Jong vanmorgen heel belangrijk voor je was? Je was in de war, kwam er niet meer uit met alles dat je nog moest doen en was permanent in tijdnood?” Dat klopt.

“Mijn vraag daarnet was: wat zegt het over jou dat je zo’n belangrijke afspraak vergeet? Daar kun je verschillende antwoorden op geven. Je zou kunnen zeggen: ik ben niet belangrijk genoeg om succes te hebben. Zou dat kunnen?” Nee. Dat is niet het geval.

“Het zou ook kunnen dat het een gedrag is dat je jezelf in de loop van jaren hebt aangeleerd en waar je nu last van hebt.” Nee. Dat kon echt niet. Ze was altijd al vergeetachtig. “Iedereen kent me zo. Mijn beste vriendin vindt dat juist een van mijn grappige eigenschappen. Zo ben ik nu eenmaal.”

“Dus je bedoelt dat verstrooidheid een karaktereigenschap is van jou.” Inderdaad en daarom kon ze die ook niet veranderen.

“Luister, we doen een gedachtenexperiment. Stel nou dat verstrooidheid geen karaktereigenschap is maar een vorm van gedrag. Laten we eens naar die hypothese kijken. Hij hoeft niet waar te zijn, maar laten we gewoon eens onbevangen kijken wat daarvan de consequentie zou zijn. Wil je dat?” Prima.

“Stel nou – heel onwaarschijnlijk misschien, maar toch – dat het niets anders is dan gedrag dat je ooit hebt aangeleerd. Misschien was er een reden voor, had het voordeel, beschermde het je tegen iets wat veel erger was. Het gaf je een goede reden om ergens niet te komen opdagen, of iets te vergeten. Niemand kan het je kwalijk nemen, want je bent nu eenmaal verstrooid. Zou dat kunnen?”

Daar moet ze over nadenken. Het is minutenlang stil. Ze kan zich voorstellen dat het zo gegaan is. Er is wel eens wat gebeurd jaren geleden.

“Stel nu dat het geen deel uitmaakt van je karakter (wat dat ook mag zijn), of je persoonlijkheid, dan zou het een vorm van gedrag zijn. En gedrag kun je veranderen. Weet je, verstrooidheid, vergeetachtigheid, slordigheid, luiheid, noem maar op, allemaal gedrag waar iemand last van kan hebben. Je maakt je zelf ermee tot slachtoffer. Je zegt eigenlijk: ik kan nu eenmaal niet anders. Het is sterker dan ik. Maar daarmee geef je de verantwoordelijkheid over je leven uit handen. Jij bent niet meer de baas, maar een veronderstelde karaktereigenschap. Is dat wat je wilt?”

Het kost haar wat tijd om die gedachte toe te laten. Een appèl op haar filosofische vaardigheden helpt. Nu ze de gedachte als mogelijke hypothese kan zien, valt het kwartje. Letterlijk. Terwijl ze in stilte nadenkt, zie ik op haar gezicht allerlei veranderingen plaatsvinden. Het is alsof ik naar een flipperkast kijk, waarin een bal op zijn weg naar beneden van de ene naar de nadere kant stuitert, tot hij onder aan komt. Ping! Ze heeft het door!

slachtoffer

Mensen wijzen vaak eigenschappen die ze menen te hebben aan als oorzaak voor iets dat hen overkomt. Ze presteren niet goed op school of op hun werk. Ze zijn nalatig, vergeten afspraken waardoor anderen in problemen komen, zijn slordig in relaties. Ik denk dat het vooral intelligente mensen zijn, die niet hun toevlucht nemen tot een vorm van slachtoffergedrag waarbij ze de oorzaak buiten zichzelf zoeken: slechte ouders, slechte docenten, slechte baas. Zij zijn vermoedelijk eerder geneigd de oorzaak bij zichzelf te zoeken. Op zich niets mis mee. Jij bent de enige die jou kan veranderen. Op omstandigheden buiten jezelf heb je vaak geen invloed. Het lijkt dan op gezonde zelfkritiek, maar het is het tegendeel. Het is slachtoffergedrag, waarbij die veronderstelde slechte karaktereigenschap succes in de weg staat.

“Ik ben lui.” “Ik ben nu eenmaal ongeorganiseerd.” “Ik ben slordig.” “Ik ben nu eenmaal niet zo gezond.” “Als dat allemaal niet zo zou zijn, nou dan zou je eens wat zien. Dan zou ik echt goed functioneren en geweldige resultaten laten zien. Maar ja, ik ben nu eenmaal zo.”

Het is vaak lastig iemand uit zijn slachtofferschap te halen. Het kan heel hardnekkig zijn, omdat het natuurlijk ook voordelen heeft. Iedereen weet dat jij nu eenmaal zo bent. Niemand rekent erop dat jij op tijd komt voor een afspraak. Als je al komt opdagen. Niemand zal aan jou vragen of je de administratie van de club doet, want jij vergeet toch de helft. Maar dat is ook wel een charmante eigenschap.

Pas wanneer je inziet dat je er ook een prijs voor betaalt, ben je gemotiveerd om je gedrag te veranderen. De prijs is natuurlijk dat je zelf de grootste hindernissen naar succes opwerpt. Dat je uiteindelijk niet verder komt en mislukt. Daar kun je natuurlijk weer je karakter de schuld van geven, maar veel verder kom je er niet mee.

Verantwoordelijk zijn voor je eigen gedrag en voor je leven heeft grote voordelen. Je bent de baas over je eigen leven. Alles wat je presteert heb je zelf gedaan. Het heeft ook een prijs. Het is eng. Je komt in een nieuwe wereld, waar je de weg niet kent. Je kunt fouten maken en daar kun je nu niet meer een ander, of je slechte karakter de schuld van geven.

Alleen jij kunt voor jezelf bepalen of de voordelen groot genoeg zijn om je slachtoffergedrag vaarwel te zeggen.

En ja. De coaching van Els heeft gewerkt. Marije staat er weer goed voor.

Over Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Nog geen reacties ... Wees de eerste die een reactie plaatst!

Geef een reactie of deel je eigen ervaringen.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.