Luisteren

Gesprekken met leerlingen vinden we vaak lastig, vooral als we nog niet zo lang in het onderwijs werken. Met al onze goede bedoelingen zijn we vaak geneigd meteen een oplossing te zoeken voor het probleem waarmee een leerling bij ons komt. Of een advies te geven, waar die leerling vervolgens niets mee doet. Voor mij duurde het een paar jaar voor ik doorkreeg dat ik juist zo min mogelijk moest zeggen en vooral luisteren.

Luisteren. Niet praten, niet adviseren, niet oordelen

Al vanaf mijn eerste dag voor de klas, in september 1977 op de Jac. P. Thijsseschool in Castricum, was ik ervan doordrongen dat opvoeding een van de belangrijkste opdrachten van een leraar is. Niet dat ik er iets van bakte, dat eerste jaar. Integendeel. De leerlingen lieten mij alle hoeken van de klas zien en in één brugklas liep het zo uit de hand, met woede-uitbarstingen, eruit sturen en strafwerk, dat mij alleen nog de meest draconische straffen overbleven. Ik vond mijn leerlingen best heel lief, maar had geen idee hoe ik mijn hooggestemde pedagogische idealen in de praktijk moest brengen. Totdat de mentor van die brugklas ingreep, mijn latere vriend Dirk van der Wulp.

Hij had één simpele vraag: ‘Zullen we eens met de klas in gesprek gaan?’ Dat was het keerpunt.

Het was geen moment in mij opgekomen dat ik ook gewoon met de klas kon praten. Ik had al die tijd voor de klas gestaan met mijn neus in het boek en had niet in de gaten wat er om mij heen gebeurde, totdat het te laat was.

De leerlingen maakten mij in een gesprek onder leiding van Dirk duidelijk wat zij aan mijn aanpak lastig vonden en suggereerden hoe ik het anders zou kunnen doen. Zij vroegen mij hen persoonlijke aandacht te geven en niet, koste wat kost, mijn eigen programma door te drijven. Ik van mijn kant legde uit wat ik met hen wilde bereiken en wat ik moeilijk vond. We maakten afspraken waar we ons zo goed mogelijk aan hielden. Niet dat alles meteen geweldig ging. Ik had nog een hoop te leren, maar de leerlingen zagen dat ik mijn best deed en wanneer een van hen over de schreef ging, kon ik uitleggen waarom dat zo was.

In dat eerste jaar leerde ik hoe belangrijk het is een goede relatie met mijn leerlingen op te bouwen. Ik was gewoon als een stoomwals aardrijkskunde gaan geven, terwijl de leerlingen zich nog zaten af te vragen Wie is die man en wat wil hij van ons?

Die eerste zeven jaar op de JPT in Castricum zijn voor mij de belangrijkste leerschool geweest, waar ik veel van wat ik nu weet en kan heb mogen uitproberen.

In de eerste plaats is dat: goed onderwijs begint met een goede relatie. In het onderwijs zijn we gewend alles door de bril van de didactiek te bekijken. Die bril zouden we af moeten zetten en door een pedagogische bril vervangen. Onderwijs is pedagogiek. Dat vraagt van ons dat we onszelf als persoon, als volledig mens, inzetten met al onze sterke en minder sterke kanten.

Leerlingen worden niet gemotiveerd door beloning of straf maar door interessante en relevante lessen en activiteiten. Overleg met leerlingen wat voor hen het beste werkt. Kinderen en jongeren zijn uitstekend in staat uit te leggen wat ze van mij verwachten.
Die les heb ik in die tijd geleerd, maar ik had nog een lange weg te gaan.

Praten

1982. Mijn mentorleerling Anna wil met me praten. Ze heeft regelmatig aanvaringen met mijn collega’s en vooral met haar leraar Nederlands heeft ze vaak ruzie. Ze kan er niet tegen als ze in haar ogen onrechtvaardig behandeld wordt, wil graag met haar docenten in discussie gaan over de lesstof en vindt dat die haar niet serieus behandelen. Ik luister een tijdje naar haar en vertel haar dan wat ik denk dat ze zou moeten doen: na de les met mijn collega gaan praten en uitleggen wat ze bedoelt.

Terwijl ik mijn advies uitspreek zie ik dat haar aandacht niet meer bij ons gesprek is. Het is net alsof er een luikje voor haar ogen zakt. Dat gebeurt wel vaker en elke keer weer vraag ik mij af wat er gebeurt, waarom mijn leerlingen niets met mijn mooie adviezen doen en waarom de communicatie halverwege het gesprek stopt.

Dertig jaar later. Zelfde soort gesprek. Andere leerling. Zara heeft regelmatig aanvaringen met mijn collega’s. Ze wil voortdurend vragen stellen in de klas, niet omdat ze de stof niet snapt, maar omdat ze die op een dieper niveau wil begrijpen. Ze is niet tevreden met de antwoorden die ze krijgt en wil verder dan wat in het boek staat. Docenten vinden haar lastig en zeggen dat ze voor haar vragen geen tijd hebben. Ze raakt gefrustreerd en verliest haar motivatie voor school. Haar cijfers hollen achteruit en als het zo doorgaat blijft ze zitten.

Ze is verdrietig en boos. Ze weet ook wel dat ze veel beter kan. Ik luister, stel af en toe een vraag, maar zeg verder niets. Geen oordeel en geen advies. Meer is er niet nodig. Aan het eind van het uur haalt ze opgelucht adem. De komende weken en na een paar gesprekken maakt ze zich kwaad en haalt alleen nog maar hoge cijfers. Zonder onvoldoendes gaat ze over.

Luisteren

Sinds mijn eerste, goedbedoelde gesprekken heb ik geleerd dat een advies waar iemand niet om heeft gevraagd, de beste manier is om een gesprek te stoppen. Inmiddels heb ik het ontelbare keren meegemaakt hoe een leerling met hangende schouders de kamer in kwam en aan het eind van het uur de deur uit huppelde. Het is net een toverstokje: rustig en zonder oordeel luisteren. Dat is bijna alles wat nodig is om iemand te helpen haar gedachten op een rijtje te krijgen. In de meeste gevallen komt de oplossing voor het probleem vanzelf en anders hoef ik maar een beetje te sturen.

Oprechte aandacht en iemand serieus nemen lijkt heel makkelijk, maar vraagt dat ik niet mijzelf in het middelpunt plaats van het gesprek, met mijn persoonlijke oordeel, levenservaringen en inzichten, maar vertrouwen moet hebben in mijn gesprekspartner. Als die de ruimte krijgt zelf na te denken over de dilemma’s waar ze mee worstelt, vindt ze haar eigen oplossingen voor haar probleem. Dat is waar het in een goed gesprek om gaat: luisteren.

Ik kan het aantal keren niet meer tellen dat een leerling tegen me zei: ‘Jij bent de eerste die naar me luistert’. En dan ging het soms om een ernstig probleem waarmee die al jaren rondliep zonder dat iemand het wist. Wat tragisch dat op een school jonge mensen kunnen rondlopen die niet gelukkig zijn en die alleen maar een luisterend oor nodig hebben.

Luisteren. Niet praten, niet adviseren, niet oordelen.

Deze blog verscheen eerder bij het NIVOZ. (Kijk hier voor meer van mijn NIVOZ-blogs.)

Over Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

Nog geen reacties ... Wees de eerste die een reactie plaatst!

Geef een reactie of deel je eigen ervaringen.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.