Deel 1 van deze serie begon ik met:
Sir Ken Robinson, de bekende Britse onderwijsvernieuwer, zegt het bij iedere gelegenheid: “Teaching is an art form.” Goede leraren weten wat hun leerlingen inspireert. Ze zijn deskundig in hun vakgebied. Ze zijn pedagoog. Ze hebben aandacht voor de individuele behoeften van hun leerlingen en passen hun lessen daarop aan. Ze hebben een groot repertoire aan manieren om hun leerlingen te motiveren. Ze zijn een voorbeeld en een rolmodel.
De vraag in deel 1 was, wat nu eigenlijk het doel van onderwijs is.
Wat ook het doel van onderwijs moge zijn, de belangrijkste opdracht aan scholen en docenten is, het lesmateriaal zo aan te bieden dat jongeren bereid zijn om te leren. Zij hebben ons niet persé nodig om datgene te leren dat hen boeit. Dus als wij vinden dat ze aan het eind van de rit over bepaalde kennis en vaardigheden moeten beschikken, doen we er goed aan dat zo aan te bieden dat ze niet meteen afhaken.
Dit is geen pleidooi om basiskennis maar af te schaffen. Integendeel. Het is wel een pleidooi die basiskennis zo aan te bieden dat jongeren er de noodzaak van inzien. Nu zitten we met de paradox dat de grote meerderheid van onze jongeren weliswaar wil leren, maar liever niet op school. (Lees ook Daniel Willinghams boek “Why don’t students like school?”). Ik schreef al eerder dat ik ervan overtuigd ben dat er (bijna) geen kinderen bestaan die niet willen leren. Dan moet het ook mogelijk zijn hen meer voor school te motiveren.
De uitdaging
De oplossing is volgens Ken Robinson het loslaten van de traditionele hiërarchie van schoolvakken en het personaliseren van het onderwijs:
We need to eliminate the existing hierarchy of subjects. Elevating some disciplines over others only reinforces outmoded assumptions of industrialism and offends the principle of diversity. The arts, sciences, humanities, physical education, languages and maths all have equal and central contributions to make to a student’s education.
Learning happens in the minds and souls, not in the databases of multiple-choice tests.
And why are we so fixated by age groups. Let a 10-year-old learn with their younger and older peers.
Robinson pleit voor een versterking van de rol van creativiteit in het onderwijs en dan met name door kunst een belangrijker rol te geven in het onderwijs.
Martin Luther King had een interessant antwoord op de vraag naar het doel van onderwijs:
It seems to me that education has a two-fold function to perform in the life of man and in society: the one is utility and the other is culture. Education must enable a man to become more efficient, to achieve with increasing facility the legitimate goals of his life. Education must also train one for quick, resolute and effective thinking. To think incisively and to think for one’s self is very difficult. We are prone to let our mental life become invaded by legions of half truths, prejudices, and propaganda.
At this point, I often wonder whether or not education is fulfilling its purpose. A great majority of the so-called educated people do not think logically and scientifically. Even the press, the classroom, the platform, and the pulpit in many instances do not give us objective and unbiased truths. To save man from the morass of propaganda, in my opinion, is one of the chief aims of education. Education must enable one to sift and weigh evidence, to discern the true from the false, the real from the unreal, and the facts from the fiction.
Met ander woorden, onderwijs is bedoeld om mensen te leren kritisch en onafhankelijk te denken, feiten van fictie te onderscheiden. Slagen we daarin wanneer we jongeren leren dat elke vraag maar één goed antwoord heeft (Robinson, 2006), wanneer we hen kennis en vaardigheden bijbrengen waarvan het de vraag is of ze die in hun verdere leven nodig hebben, wanneer we hen niet toestaan onze autoriteit en die van de schoolboeken uit te dagen? Retorische vraag. Aan de andere kant leren kinderen op school – ook bij vakken waar ze later ‘niets’ aan hebben – zich te concentreren, door te zetten en nauwkeurig te werken.
Anti-Bloom

Bron: edtech VISION http://edtechvision.org/?p=123
In mijn ideale klas zou creativiteit gelijk op gaan met het aanleren van basiskennis en -vaardigheden, en peer-to-peer learning. Dat botst enigszins met de heersende ideeën over hoe je lessen opbouwt. In onderwijsland kom je de taxonomie van Bloom nogal eens tegen, die de verschillende stappen in het leerproces systematisch beschrijft. Veel mensen gebruiken die taxonomie naar mijn mening verkeerd – of liever, te star – omdat ze die als een hiërarchie van stappen in het leerproces beschouwen. Het plaatje hiernaast illustreert dat.
Dan krijg je de bizarre situatie dat een kind pas een verhaaltje mag schrijven als het tot vervelens toe letters heeft geoefend. Of dat een kind een boek niet meekrijgt van de bibliotheekmevrouw want “Dat is een boek voor Groep 8 en jij zit nog in groep 5.” Of ook omgekeerd: “Nee, jij krijgt geen blokken meer om bruggen te bouwen want je zit nu in Groep 3.”
Het is heel grappig om eens een Google Image Search te doen met Bloom. Dan krijg je een bonte verzameling plaatjes te zien: piramiden (rechtop of op hun kop), tabellen, cirkeldiagrammen, traptreden, doorgesneden uien, boomdiagrammen in diverse gradaties van ingewikkeldheid, bloemen, zelfs een kalkoen en dat allemaal in twee of drie dimensies. Je krijgt niet de indruk dat Bloom erin geslaagd is veel helderheid te brengen in de hoofden van onderwijzers en onderwijsonderzoekers.
Wat bijna al die mooie plaatjes gemeen hebben is een strikte volgorde van de stappen van het leerproces. Meestal staat kennis (onthouden) onderaan de piramide (als laagste vorm van denken) en creëren (evaluatie of synthese) bovenaan. Nu wil ik dat niet meteen onzin noemen, maar als je je hier krampachtig aan vast houdt, doe je jezelf en je leerlingen tekort. Het zal wel aan mij liggen – ik heb een autoriteitsprobleem volgens mijn therapeut – maar ik wordt altijd heel dwars als mensen over hiërarchie beginnen, of over hogere en lagere kennis.
Wie denkt dat kennis zich uitsluitend (of zelfs maar het beste) langs deze hiërarchische lijnen ontwikkelt heeft nooit zelf iets nieuw bedacht of gemaakt. Natuurlijk worden je mogelijkheden om iets nieuws te ontdekken of te creëren groter naarmate je kennis en je vaardigheden groter zijn. Dat is zo’n open deur dat je daar echt Bloom niet bij nodig hebt. In werkelijkheid zijn zowel het leerproces als het scheppingsproces veel rommeliger. Veel van de dingen die ik in mijn vak (geologie van koude gebieden en woestijnen) geleerd heb, heb ik geleerd door proberen, experimenteren, zoeken, kennis verzamelen die ik op dat moment nodig had, weer eens proberen, weer lezen, uitzoeken enzovoort. Misschien kun je dat als mini-Bloompjes zien, maar mij helpt die starre denkwijze niet verder. Zo’n hiërarchisch model staat ook ver af van de manier waarop kinderen van nature – dus voordat ze in de klauwen van het onderwijs gevallen zijn – leren.
Middeleeuws
Willingham (2009) schrijft terecht dat expertise pas bereikt wordt na jaren van leren en oefenen: 10.000 uur of 10 jaar. Een expert moet beschikken over een enorm repertoire aan kennis en vaardigheden. Als die kennis en vaardigheden helemaal zijn geïnternaliseerd, kun je zeggen dat de expert zijn vak of kunstvorm beheerst. Dat geldt voor een chirurg, een vliegtuigmonteur, een concertpianist, een balletdanser en een leraar.
Dat betekent nog niet dat we een middeleeuws model van leerling-gezel-meester op alle vormen van onderwijs moeten loslaten. Vroeger moest je, wanneer je wagenmaker wilde worden, eerst een jaar lang met een schaaf eikenhouten staafjes bewerken tot de spaken van een wiel. Dag in dag uit. Die moesten zo perfect zijn dat ze met hun vlakke zijden aan een glazen raam bleven plakken. Pas als je dat kon mocht je verder met de andere onderdelen van een wagenwiel.
Ik wil ervoor pleiten Blooms indeling te gebruiken als een geheugensteun bij het bedenken van een lesplan (‘Komen alle elementen voldoende aan de orde?), maar de rigide hiërarchie van kennisstappen los te laten. De lessen worden daarmee in de ogen van sommigen misschien rommeliger, maar zeker speelser, levendiger en meer uitdagend.
Wordt vervolgd.
__________________________
Bronnen
Bloom’s Taxonomy. Wikipedia. http://en.wikipedia.org/wiki/Bloom’s_Taxonomy
Benjamin S. Bloom, Engelhart, M. D., Furst, E. J., Hill, W. H., & Krathwohl, D. R., 1956. Taxonomy of educational objectives: the classification of educational goals; Handbook I: Cognitive Domain New York, Longmans, Green.
Martin Luther King, Jr. January-February 1947. “The Purpose of Education”. Atlanta, Ga. http://mlk-kpp01.stanford.edu/index.php/encyclopedia/documentsentry/doc_470200_000/
Eleanor Roosevelt. Good Citizenship: The Purpose of Education. Originally published in Pictorial Review, April 1930: 4, 94, 97. http://newdeal.feri.org/er/er19.htm
Sir Ken Robinson, 2001 Out of Our Minds: Learning to Be Creative. Capstone. ISBN 1907312471[6]
Sir Ken Robinson, 2006. Why schools kill creativity-The case for an education system that nurtures creativity: TED Conference talk, Monterey, California. http://www.ted.com/index.php/talks/view/id/66
Sir Ken Robinson, 2009 The Element: How Finding Your Passion Changes Everything (with Lou Aronica). Viking. ISBN 978-0670020478
Jessica Shepherd. The Guardian, Tuesday 10 February 2009. Fertile minds need feeding. Are schools stifling creativity? Ken Robinson tells Jessica Shepherd why learning should be good for the soul. http://www.guardian.co.uk/education/2009/feb/10/teaching-sats
Daniel T. Willingham, 2009. Why Don’t Students Like School? Jossey-Bass.
Trackbacks/Pingbacks
[…] die piramides en andere figuren waarin Blooms model vaak wordt geperst? Ik schreef er eerder over De kunst van lesgeven 2 en deel […]
[…] die piramides en andere figuren waarin Blooms model vaak wordt geperst? Ik schreef er eerder over hier en […]