Kanttekeningen bij de Dronkers-lijst 2013

De Volkskrant heeft weer de jaarlijkse schoolcijferlijst, samengesteld door prof. Jaap Dronkers van de Universiteit van Maastricht, gepubliceerd. Weer konden we lezen welke scholen de beste van Nederland zijn en welke de slechtste.

Hieronder het stuk dat De Volkskrant niet wilde plaatsen.

Op het eerste gezicht lijkt het openbaar maken van de prestaties van scholen logisch en verstandig. De samenleving en met name ouders hebben er recht op te weten welke scholen goed functioneren en welke niet. Het is echter de vraag of de schoolcijferlijst van Jaap Dronkers de juiste manier is.

Voor het boek ‘Het Alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs’, onder redactie van René Kneyber en Jelmer Evers, schreef ik het hoofdstuk ‘Zin en onzin van testen, vergelijken en afrekenen’. Daar ga ik, gedetailleerder dan ik hier kan, in op de vraag waarom scholenlijstjes onzin zijn en waarom methoden om de toegevoegde waarde van docenten en scholen te meten nog te onbetrouwbaar zijn om daarop beleid te baseren. Hier kort de belangrijkste punten.

Ranglijsten als deze maken van het onderwijs een wedstrijd met ‘winners’ en ‘losers’. Maar goed onderwijs is niet simpel in één cijfer samen te vatten. Ik heb de Dronkerscijfers van een aantal willekeurige scholen over meerdere jaren bekeken. Die cijfers gaan soms wild op en neer, van een 6 naar een 3, een jaar later weer 5 en het volgende jaar een 7. Sprongen van vier punten zijn geen uitzondering. Het is niet waarschijnlijk dat de kwaliteit van een school in een jaar zo hard achteruit gaat en het volgende jaar weer net zo hard vooruit. Of zijn daar in een jaar massaal alle slechte docenten vervangen?

Vreemd genoeg gaan de cijfers van vmbo, havo en vwo op een school zelden gelijk op. Het ene jaar scoort de vmbo-afdeling een 8 en vwo een 4, het volgende jaar kan het weer andersom zijn. Dat kan alleen als die afdelingen geïsoleerde eilanden zijn op een school, maar in de werkelijkheid gaat het vaak om de zelfde docenten. Mijn conclusie is dat toeval en andere factoren, die niets met de onderwijskwaliteit te maken hebben, deze resultaten beïnvloeden.

Methoden als die van Dronkers om scholenranglijsten te maken zijn bepaald niet onomstreden. Met name in de VS, waar docenten en scholen al jarenlang worden afgerekend op hun ‘toegevoegde waarde’, liggen die methoden onder vuur. Niet alleen van de docenten die met ontslag bedreigd worden, maar de experts zelf die deze methoden ontwikkelen zeggen letterlijk dat de gebruikte modellen nog niet betrouwbaar genoeg zijn om de kwaliteit van scholen te bepalen.

Zo blijkt uit een vergelijkend onderzoek dat het berekenen van de toegevoegde waarde van een docent sterk afhankelijk is van het gebruikte model. 9 % van de leraren, die door de ene methode als beste worden beoordeeld, worden door een andere, even redelijke methode tot de slechtste gerekend.

Een veelgehoorde kritiek op dit soort ranglijsten is dat de cijfers de sociaaleconomische status van de ouders weerspiegelt. Dat was al goed te zien bij de Cito-ranglijsten die RTL Nieuws vorige week publiceerde en waarvoor Dronkers ook verantwoordelijk is. Basisscholen in Amsterdam West bijvoorbeeld scoren gemiddeld 2 punten lager dan die in Amsterdam Oud-Zuid. Als het waar is, wat Dronkers zegt, dat er is gecorrigeerd voor sociale, economische en culturele achtergronden van de leerlingen, zouden er geen of heel kleine verschillen moeten zijn tussen verschillende stadswijken.

En ook nu zien we weer dat de vo-scholen in Amsterdam-Centrum en -Zuid veel beter scoren dan die in de buitenwijken. Het valt niet in te zien dat een categoraal gymnasium in Zuid, dat van Dronkers een 10 krijgt, veel betere docenten heeft dan een zwarte scholengemeenschap in West met 7 punten, of een in Oost met een 4. Een superdocent op die laatste school zal in zijn klas met leerlingen van 20 verschillende nationaliteiten, van wie de ouders vaak geen Nederlands spreken, minder bereiken dan een matige docent op een gymnasium in Oud-Zuid met een klas vol blanke kinderen van artsen en advocaten. Bovendien kan dat gymnasium de leerlingen aan de poort streng selecteren en moet de scholengemeenschap alle kinderen aannemen.

Het is ook vreemd dat het oordeel van Dronkers vaak afwijkt van dat van de Onderwijsinspectie, die naar de ontwikkeling over meerdere jaren en veel meer dan alleen examenresultaten kijkt. Scholen die een 2 of een 3 kregen blijken door de Inspectie soms veel positiever te worden beoordeeld. Dat relativeert meteen de waarde van dit soort ranglijstjes.

Tenslotte, de druk om hogere cijfers te scoren kan leiden tot ‘teaching to the test’, training van alleen datgene dat op het examen wordt gevraagd. Dat is maar een klein deel van wat kinderen moeten kunnen en weten om als zelfstandige en kritische volwassenen aan de samenleving deel te nemen. We zien dat terug in de reactie van een schoolleider op de Volkskrantsite. “De maatregelen komen het Daltononderwijs niet ten goede, maar de slagingspercentages liggen weer boven de 90 procent.” Met andere woorden, de school laat precies datgene varen wat hen bijzonder maakt en wat de kwaliteit van hun onderwijs zou moeten bepalen.

Voor het beoordelen en bewaken van de kwaliteit van scholen dragen we in ‘Het Alternatief’ betere methoden aan. Daarin spelen intervisie en visitatie van scholen door leraren een belangrijke rol, net zoals dat bij beroepsgroepen als artsen, advocaten en notarissen geregeld is. Immers, leraren zijn beter dan welke buitenstaander ook in staat elkaars kwaliteit te beoordelen.

______________________________

Dick van der Wateren, 2013. Zin en onzin van testen, vergelijken en afrekenen. In: René Kneyber en Jelmer Evers, red. Het Alternatief – Weg met de afrekencultuur in het onderwijs! Amsterdam. Uitg. Boom.

Over Dick van der Wateren

Als blogger en onderwijsauteur denk ik na over onderwijs en pedagogiek. In 2016 verscheen bij Uitgeverij Ten Brink mijn boek 'Verwondering' waarin ik een lans breek voor onderwijs op basis van vragen die leerlingen zelf bedenken. In 2020 verscheen mijn boek De Denkende Klas bij LannooCampus met praktische aanwijzingen om met leerlingen dieper te denken. Als vo-docent heb ik talentvolle en begaafde leerlingen begeleid die meer uitdaging nodig hebben, en leerlingen gecoacht met diverse problemen - onderpresteren, perfectionisme, levensvragen. Na een lang leven in het onderwijs en de wetenschap ben ik in 2017 een filosofische praktijk begonnen, De Verwondering, in Amsterdam. Daar heb ik gesprekken met volwassenen zowel als jongeren over levensvragen, zingeving, werk, studie, relaties.

11 Reacties naar “Kanttekeningen bij de Dronkers-lijst 2013”

  1. Fijn dat er weer een verstandig en logisch tegengeluid hoor en leesbaar is.

  2. Teaching to the test of de Citorisering van het onderwijs is al lang bezig. De manier waarop we in het land omgaan met leerkrachten, opbrengsten, toetsen en testen heeft er voor gezorgd dat er minder aandacht is voor de creatieve vakken en enorm veel aandacht uitgaat naar taal en rekenen. Cito-toetsen worden geanalyseerd. Wat wordt er bij de volgende toets gevraagd en geeft de methode dat ook aan? Worden de kinderen bij ons op school goed voorbereid op de Cito-toets. Niet? dan de hiaten opvullen, opdat de score zo goed mogelijk is.
    Leerkrachten komen onder druk te staan. Minder aandacht voor het sociale gedrag, maar juist voor taal en rekenen. Daar word ik op afgerekend. En wat vinden mijn collega’s ervan als het juist in mijn groep onder de maat is.
    Faalangst wordt gecreëerd, het vak “leerkracht” wordt onderuitgehaald. Niet de leerkracht heeft het voor het zeggen, maar “de buitenwereld”; de inspectie, RTL, de Bovenschoolmanager, de directeur, de ouders, de Gemeente, etc. Talenten bij jonge kinderen worden, in de breedste zin van het woord, niet of nauwelijks ontwikkeld. Is geen tijd en geen geld voor. Het basisonderwijs, waar de basis gelegd moet worden voor het kind, wordt het slechtst gefinancierd door de overheid. Met Passend Onderwijs is de druk nog groter geworden. Niet alleen taal en rekenen, maar ook de zorg is een energie vretend onderdeel voor de leerkracht. Heb ik in mijn groep wel voldoende tijd voor iedere leerling? Geef ik voldoende aandacht voor de zwakke leerlingen in mijn groep? Hoe zit het met de uitdaging voor de meer begaafde leerlingen? Handelingsplannen moeten er voor zorgen dat het gestructureerd gaat en niemand wordt vergeten. En de leerkracht? Hoe gaat het met zijn/haar talenten? Door ons te richten op taal en rekenen droogt de creatieve geest in de leerkracht ook uit. Kant en klare tekenopdrachten, zodat er nog even tijd is om andere kinderen te helpen met andere vakken. Muzieklessen, liever niet of beperken tot het zingen van wat liedjes. Kortom in mijn ogen wordt “het basisschoolkind” enorm veel tekort gedaan. Geef de leerkracht zijn vak terug. Zorg voor het welbevinden van ieder kind! Zet het kind centraal, van 0 tot 23 jaar!

    • Uit mijn hart gegrepen. Geef ons ons vak terug. Maar daar zijn we zelf bij. Leraren en ouders moeten samen optrekken om voor onze kinderen het beste onderwijs te maken. De kwaliteit daarvan kunnen we het beste zelfbeoordelen en bewaken.

  3. Wederom goed gezegd, Dick. Stom dat Dronkers daar maar mee doorgaat en dat media daaraan meedoen.
    Zelfs bij Brandpunt begrijpen ze dat: http://brandpunt.incontxt.nl/seizoenen/2013/afleveringen/24-11-2013

    Zo’n stukje zonder meer weigeren (men kan ook inkorten vragen of nadruk op een bepaald punt) is ook al niet sympathiek van de Volkskrant. M’n abonnement opzeggen kan niet meer, maar me voornemen om geen nieuw te nemen wel…

Trackbacks/Pingbacks

  1. De verleidingen van toegevoegde waarde - Onderwijscoöperatie - 26/05/2016

    […] Jaap Dronkers die De Volkskrant jaarlijks publiceerde. Over die scholenlijstjes schreef ik kritisch hier en in ‘Het Alternatief’ (van der Wateren, […]

  2. De verleidingen van toegevoegde waarde in het onderwijs - Sargasso - 07/05/2015

    […] Jaap Dronkers die De Volkskrant jaarlijks publiceerde. Over die scholenlijstjes schreef ik kritisch hier en in ‘Het Alternatief’ (van der Wateren, […]

  3. De verleidingen van toegevoegde waarde | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 10/01/2015

    […] Jaap Dronkers die De Volkskrant jaarlijks publiceerde. Over die scholenlijstjes schreef ik kritisch hier en in ‘Het Alternatief’ (van der Wateren, […]

  4. Consistentie van de scholenlijst | Wouter van Joolingen - 28/11/2013

    […] van de wijze waarop Dronkers tot zijn cijfers komt. Een van de dingen die mij – en anderen, Dirk van der Wateren en OogTV- opvielen is dat de scores tussen dit jaar en vorig jaar nogal kunnen verschillen, met […]

  5. Wanneer komt het vertrouwen terug? [EW] | onderwijsNL - 27/11/2013

    […] See on Scoop.it – onderwijs en natuurkundeDe Volkskrant heeft weer de jaarlijkse schoolcijferlijst, samengesteld door prof. Jaap Dronkers van de Universiteit van Maastricht, gepubliceerd. Weer konden we lezen welke scholen de beste van Ned…See on dickvanderwateren.nl […]

  6. Lijstjes van scholen | Wouter van Joolingen - 27/11/2013

    […] verklaart ook dat de scores van jaar tot jaar fors kunnen verschillen zoals Dick van der Wateren in zijn blog constateert. Overigens was ook het systeem waarmee de scores vorig jaar bepaald werden anders. Een […]

  7. Kritisch stuk over Dronkers niet geplaatst in De Volkskrant | Blogcollectief Onderzoek Onderwijs - 25/11/2013

    […] Hier mijn stuk dat De Volkskrant niet wilde plaatsen. […]

Geef een reactie of deel je eigen ervaringen.

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.