Overal in het onderwijs maken leraren, schoolleiders, besturen, ouders en ook leerlingen zich zorgen over wat hen boven het hoofd hangt wanneer de wet Passend Onderwijs in zijn huidige vorm wordt aangenomen. Voor iedereen die met het onderwijs bekend is – en dat zijn maar weinig politici – is het vrij eenvoudig om de gevolgen van de wet, zoals die er nu ligt, te voorspellen. Minder aandacht voor individuele leerlingen, minder zorg voor leerlingen met een leer- of gedragsprobleem, verlies aan deskundigheid op het gebied van speciaal onderwijs. Als de politiek nu werkelijk een andere koers wil varen, een met visie en gericht op de toekomst, zit er weinig anders op dan dit voorstel te schrappen en bij nul beginnen met een heel nieuwe wet Passend Onderwijs.
In zijn blog Gedrag en zo heeft Peter Mol, directeur van Gedragpunt, expertisecentrum voor gedrag en onderwijs, al meermalen fel uitgehaald naar de plannen van, nu demissionair, minister Bijsterveldt. In zijn post van afgelopen vrijdag zet hij nog eens alle argumenten op een rij waarom het wetsvoorstel helemaal herschreven moet worden.
Ik deel Peter’s sombere visie op de huidige politieke ontwikkelingen. We moeten nog maar zien dat de huidige gelegenheidcoalitie met een betere onderwijsvisie komt.
Dat er moet worden bezuinigd is een realiteit waarmee we moeten leven, zoals we dat ook moeten met een meerjarige nullijn voor onderwijssalarissen en lagere pensioenen. Dat de wereldwijde crisis zijn oorsprong had bij de ongeremde hebzucht van een handjevol financiële struikrovers is een andere realiteit die we tandenknarsend moeten accepteren. Maar ik weiger me neer te leggen bij de gedachte dat leerlingen, die extra zorg nodig hebben, die zorg straks niet meer zullen krijgen en terecht komen in onderwijs en een baan ver onder hun niveau.
Soms zijn dat kinderen die maar een beetje extra aandacht nodig hebben. Maar dat beetje moet je wel kunnen geven in een klas die niet te vol zit met drukke kinderen. En daarvoor moet je wel een beetje extra deskundigheid hebben. Maar soms gaat het om kinderen die niet gewoon extra druk zijn, of juist extra stil, of die lastige vragen stellen waarop je niet een-twee-drie een antwoord hebt. Voor zulke kinderen is extra begeleiding nodig en het is de vraag of we die na dit jaar op onze scholen nog beschikbaar hebben.
Het speciaal onderwijs is een prima oplossing voor kinderen die echt niet op een reguliere school kunnen aarden. Maar in het reguliere onderwijs willen we zoveel mogelijk kinderen een toekomst bieden en was dat niet juist de bedoeling van passend onderwijs? En in het speciaal onderwijs worden veel deskundige en bevlogen leerkrachten op straat gezet. Peter Mol heeft zich er in Gedrag en zo terecht over opgewonden.
Zoals ik al een paar maal eerder schreef, ik kan razend worden bij het idee dat we zorgleerlingen, die nu met wat extra begeleiding succesvol eindexamen doen, straks de deur moeten wijzen omdat we niet meer de nodige expertise in huis hebben.
Dan denk ik aan S die asperger heeft en met wie mijn collega Josien Ros jarenlang elke week zorgzame gesprekken had. In de onderbouw was S een stille teruggetrokken jongen, die moeite had zijn weg te vinden op school. Zijn cijfers waren allesbehalve spectaculair. Geleidelijk begon hij te bloeien, liet zich in de klas wat vaker horen en maakte zelfs af en toe een grapje. Hij was zo’n leerling op wie ik altijd kon rekenen als ik weer eens wat stoms op het bord had geschreven of wanneer er een probleem was met een computer. Op zijn eindexamen had hij achten voor zijn exacte vakken. Ik kom hem en zijn studievrienden af en toe tegen in Amsterdam, waar hij theoretische natuurkunde studeert. Dan hoor ik dat hij alleen nog maar negens en tienen haalt voor wiskunde en natuurkunde.
Als het huidige voorstel Passend Onderwijs een paar jaar eerder wet geworden was, hadden we S niet zo intensief kunnen begeleiden. Wat was er dan van hem terecht gekomen? Als hij al op onze school had kunnen blijven, was er een grote kans dat hij op de havo was gekomen. En, wie weet, daarna wel naar het vmbo, omdat het op de havo ook niet goed was gegaan. Wat dan? Hooguit een kantoorbaantje, waar hij niet gelukkig was geworden. In elk geval niet het perspectief dat hij nu heeft van een succesvolle wetenschappelijke loopbaan. Zeg niet dat ik overdrijf. Bijna al mijn collega’s hebben vergelijkbare verhalen en ook ik kan tientallen voorbeelden geven van adhders en autisten die ongelukkig zijn op school, of hoogbegaafden die zich vervelen.
Wat ik echt onbegrijpelijk vind is dat maar weinig politici werkelijk een visie hebben voorbij de volgende verkiezingen. Juist wanneer je een uitweg zoekt uit de economische crisis, moet je slim bezuinigen, ofwel slim investeren. En onderwijs is zo’n slimme investering. Moet ik dat nog uitleggen?
Helemaal eens Dick! De politici zoeken het in ingewikkelde structuren waaraan altijd ontzettend veel haken en ogen zitten. Uiteindelijk blijkt het onwerkbaar. Ook zónder leerlingen en leraren in een kwaad daglicht te stellen, kun je onderwijs passender maken. En dat hoeft ook niet méér te kosten! Maar het lukt ook niet door “een partij” aan te wijzen die “het” moet regelen. Het móet en kán simpeler. Bevries het budget AB en geef de opdracht aan speo en regulier (op begeleiders/ lerarenniveau) de opdracht het op schoolniveau te regelen. Dat kan niet met een standaardoplossing. Op de ene school is een extra kracht nodig, op de andere school meet coaching of voorlichting, op weer een andere school specifieke training van een leraar of leerling. Maak in ieder geval gebruik van de leraren en begeleiders die in de afgelopen jaren hun sporen verdiend hebben en dat zijn er veel!