Nou had ik me nog zo voorgenomen me niet meer kwaad te maken en moet het toch weer. Nog een keer dan, maar daarna wil ik alleen nog schrijven over bevlogen docenten, opbloeiende pubers en nieuwe ideeën over nog beter onderwijs. Kortom, over de nieuwe lente in het onderwijs. Nog een keertje boos dan, maar het eindigt positief.
Vandaag zijn we met drie collega’s van het ECL op de Programma Conferentie Excellent. Na een geweldig inspirerende openingslezing door Robert Dijkgraaf start een programma van lezingen en werksessies. Sommige heel interessant, andere niet relevant voor onze school. Jammer genoeg hebben we nauwelijks keuze welke sessies we kunnen bijwonen. Tot overmaat van ramp is onze school ingedeeld in een sessie waar we helemaal niets aan hebben.
Ik heb zelden een conferentie bijgewoond die klungeliger georganiseerd is. We zijn met zijn drieën en gaan ervan uit dat we met informatie over negen sessies (drie ronden) naar huis gaan. Blijkt dat we bij een tafel kaartjes moeten zien te bemachtigen en per persoon maar een lezing mogen bijwonen. Het lijkt net uitverkoop bij Zeeman. Dringen voor de laatste sokken. Kon dat nou niet gewoon online georganiseerd worden? Ik wil de sessie Onderpresteerders bijwonen, maar krijg een kaartje voor Samenwerking met Hoger Onderwijs. Gelukkig houdt niemand me tegen en kan ik nog op de grond zitten in een bomvol zaaltje. En daar gebeurt waarvoor ik naar Nieuwegein gekomen.
Twee dames uit Brabant, Katya Lucassen en Cristina Nauta, hebben een programma ontwikkeld, Next Level, dat onderpresterende begaafde leerlingen sneller leert denken, hen motivatie en structuur geeft. Precies het soort oplossing waar we voor het Talentproject op het ECL behoefte aan hebben. Katya vertelt er heel bevlogen over en als ze is uitgepraat roep ik dat ik hier heel blij van word en hun programma meteen op school wil uitproberen. De aanpak lijkt erg op wat we zelf doen als we met leerlingen praten over wat hen interesseert, bijvoorbeeld bij de begeleiding van pws’en. Goed luisteren en aansturen op waar ze zelf van gefascineerd zijn of sterk bij betrokken zijn. Maar Katya en Cristina hebben het uitgewerkt tot een lesprogramma voor onderpresterende leerlingen. Wow! Mijn dag is weer goed.
Bèta Excellent had veel meer uit deze conferentie kunnen halen. Er zouden honderden van dit soort momenten moeten zijn, waarbij een bevlogen docent vertelt hoe ze in haar eigen praktijk een probleem oplost en die ervaring deelt met collega’s uit het hele land. Daarvoor moet je wel het lef hebben het conferentieprogramma los te laten. Als je toch 300 van de beste docenten van Nederland bij elkaar hebt, die allemaal iets van elkaar willen leren, hoef je die echt niet in het keurslijf van een programma te dwingen. Gewoon overal stoelen en tafels, genoeg te eten en drinken, af en toe een powerlezing als die van Dijkraaf of Jolles en verder zoekt iedereen zijn eigen gesprekspartners. Heus, we zijn al groot genoeg.
Talent ontwikkelen volgens Robert Dijkgraaf
Robert Dijkgraaf heeft in zijn lezing een aantal ideeën en aanbevelingen, die mij en mijn Twittervolgers zijn bijgebleven, en die onze minister en haar ambtenaren ter harte zouden moeten nemen. Zo is hij er – net als overigens de meeste docenten, denk ik – van mening dat het niet voldoende is te mikken op een kleine intellectuele elite, maar te werken aan een brede basis. Hij vergelijkt het met voetballen. Nederland levert relatief veel topvoetballers. De oorzaak is dat bijna elke Nederlandse jongen (en veel meisjes) voetbalt. Uit die enorme pool van talent komen de allerbesten boven. Verklein je die basis, dan zullen er ook weinig toppers verschijnen.
Daar denkt de minister heel anders over. Zie de ‘Regeling Prestatiebox Voortgezet onderwijs’ (Staatscourant 5 januari 2012). Lees die tekst en huiver.): “Het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld ten behoeve van het bevorderen van excellentie en hoogbegaafdheid is bestemd voor de 20% best presterende vwo leerlingen.” (Cursivering van mij.) Dit beleid kwam een mevrouw van het ministerie van OCW vandaag verdedigen tot hoorbaar afgrijzen van de aanwezige docenten. Ik mag niet meer vloeken van mijn aardige collega Johan. Vooruit, bommen en granaten! en *!$£@§!*.
Dijkgraaf betoogt verder dat dat talenten gestimuleerd worden door docenten die hen aanspreken op hun eigen onderzoeksdrang. Het grootste leermoment is wanneer de docent het zelf niet weet en naast de leerlingen gaat zitten om samen naar een antwoord te zoeken. Dat is spannend.
Een andere metafoor is een peloton in de Tour de France dat een kopgroep probeert in te halen. Kijk vanuit een helicopter en wat zie je? De achtervolgers wisselen elkaar af op kop om zo snel mogelijk achter de vluchters aan te jagen. Dat is een sterk beeld van talentontwikkeling. Het peloton drijft de toppers tot hogere prestaties.
Niet voor niets kiest Dijkgraaf zijn metaforen uit de sport. Het gaat hem niet alleen om cognitief talent – goed zijn wiskunde- en natuurkundesommen. Hij ziet talent als iets veel breders en wil bijvoorbeeld ook creatief, sociaal en ondernemend talent bevorderen. Voor hem moet niet alleen een enkel individu, maar het hele schoolklimaat excellent zijn. En misschien het belangrijkste: “Excellentie is niet cijfers omhoog pompen, maar mensen laten excelleren.”
Ook hier vindt Dijkgraaf de Haagse politiek tegenover zich. De nieuwe ‘Regeling Prestatiebox Voortgezet onderwijs’ stelt als streefdoel voor 2015 “Leerlingen slagen in 2015 met een gemiddeld 0,2 punt hogere score op het eindexamen voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde dan in 2010.” Je kunt een eenvoudige schoolmeester als ik niet kwaaier krijgen. Alles waar we ons voor inspannen – onze leerlingen motiveren, enthousiast maken om hun eigen kracht te ontdekken, hun grenzen laten verleggen, begeleiden naar volwassenheid, noem maar op – gereduceerd tot een armzalige 0,2 puntjes. En dan ook nog alleen voor een minuscule groep uitsluitend cognitief excellente vwo-ers. Toen er aan de mevrouw van het minsterie gevraagd werd of ook scholen met een Kunst- en Cultuurpofiel voor het predikaat excellent in aanmerking komen, gaf ze geen antwoord. Nee dus.
Ik wil toch graag positief eindigen. Er is een lente in het onderwijs gaande. Met of zonder Bèta Excellent. In elk geval ondanks het Ministerie van OCW en de briljante bijdragen van sommige politieke partijen. Waar ik heel blij van word zijn de talloze nieuwe initiatieven die ik dagelijks op Twitter en in de blogosfeer voorbij zie komen. Ik heb hoge verwachtingen van The Crowd en de conferentie #Edushock Experience op 7 maart. En misschien valt het tegen, maar dan komt er wel weer iets nieuws. Dat is het goede van deze tijd. We hebben internet. We zijn onafhankelijk van overheden en uitgevers. Alles wat we nodig hebben is goede ideeën en een plek om die uit te wisselen. Ideeën zijn er genoeg en veel geld heb je daarbij niet voor nodig.
Laten we samen strijden voor nog beter onderwijs voor onze kinderen.
Oprechte bevlogenheid met een bijzonder oog voor diegenen, waar het hier om werkelijk om draait: de kinderen achter onze leerlingen! Dat was wat gisteren in me opkwam, toen ik Dick van der Wateren ontmoette tijdens het Excellentie congres in Nieuwegein.
En oh, oh, oh, wat herkende ik mezelf in zijn boosheid en ongeduld. Ook ik heb haast! Want natuurlijk is het geweldig dat er na tientallen jaren van focus op middelmatigheid binnen ons onderwijs ook eens kritisch wordt gekeken naar de excellente leerling. En uiteraard is het hoopgevend dat er nu ook ein-de-lijk subsidies worden verstrekt, waardoor we in werkgroepen, stichtingen en besturen kunnen plaatsnemen om te kijken hoe we al die wetenschappelijke kennis (dank je, Robbert!) nu eens effectief kunnen omzetten naar de dagelijkse praktijk. Maar zolang er tijdens een congres over excellente leerlingen in de introductiefilm van twintig minuten slechts twee (!) leerlingen maximaal dertig seconden aan het woord zijn, moet er naar mijn mening nog heel veel gebeuren.
Ook ik eindig optimistisch, want ik ben een optimist: de lente komt er inderdaad aan in ons onderwijs! Maar eerst gaat het nog een tijdje sneeuwen, vrees ik, Dick!
Katya Lucassen, docente Nederlands Revius Lyceum Maassluis en grondlegger van het Next Level programma (afkomstig uit Voorburg en niet uit het prachtige Brabant!)
Dank je Katya. Niet uit Brabant, maar toch leuk. Na de sneeuw komt de lente en die gaan we samen met al die duizenden bevlogen docenten maken. Tot gauw.