Alweer een mooie week in het onderwijs. We hebben profielwerkstukken (pws) van leerlingen van 5 en 6V beoordeeld. Dat is vaak een plezier, maar woensdag was heel bijzonder. Twee jongens hebben het afgelopen jaar een speelfilm geproduceerd over een actueel onderwerp, speculatie met aandelenkoersen bij een bank. Niet een onderwerp waar ik me iets spannends bij kon voorstellen, maar deze mannen maakten er een korte film van die me van begin tot eind aan het scherm kluisterde.
Voor mij is dit een een leerschool voor begeleiding van jonge talenten.
Het is misschien goed even de achtergrond te schetsen. Ik ben geen docent film, maar heb wel enige ervaring met professioneel film maken. De jongens kwamen bij mij terecht omdat andere docenten niets in het project zagen. Het zijn een beetje stille jongens, waarvan je al gauw denkt dat er niets uit komt. Hun schoolresultaten zijn ook niet erg spectaculair, heb ik begrepen.
Een jaar geleden hadden ze nog weinig idee hoe je een speelfilm maakt. Tobias, uit 6V, had al wat gefilmd en droomde er van later in de film te gaan. Louis, uit 5V, was een onbeschreven blad op dit gebied, maar vond het leuk om samen met zijn vriend Tobias een film te maken. Iets anders had hij misschien ook leuk gevonden. Verder is het belangrijk om te weten dat bij ons op school een pws altijd een onderzoek inhoudt, waar behoorlijk hoge eisen aan worden gesteld.
Vorig jaar mei of juni kwamen de jongens bij me met de vraag of ik hen wilde begeleiden bij het maken van een film. Ze hadden een vaag idee dat ze een speelfilm wilden maken, maar er was nog helemaal geen plan of verhaal. We hebben een paar keer pittig gediscussieerd over de elementen van een goede film en ik suggeerde dat ze misschien konden experimenteren met filmwetten. Gewoon beginnen met filmen en kijken wat er gebeurt als je die aan je laars lapt. Dat sprak ze niet erg aan. Na een aantal gesprekken waren ze vastbesloten. Het zou een speelfilm worden. Het onderwerp lag nog niet vast en ik was, eerlijk gezegd, niet overtuigd dat het ze zou lukken. Een speelfilm leek me een riskante keus.
Pas na de zomer kwamen ze op een onderwerp, iets met economie. OK, als jullie dat willen, dacht ik. Zelf zochten ze een begeleider voor inhoudelijke ondersteuning, mijn economiecollega Joost Haarhuis. In oktober was er een begin van een script. Een filmdocent had zich inmiddels al teruggetrokken. Die geloofde niet dat het iets zou worden, want de jongens hadden geen idee van drama-opbouw, het script rammelde en ze waren nog niet begonnen met het zoeken naar acteurs. In december zouden ze het pws moeten inleveren.
Wat vaak gebeurt bij leerlingen die aan een pws beginnen, ze vergaten de hoofdzaken en stortten zich op allerlei technische details, die er in het beginstadium niet toe doen: welke camera zullen we nemen, hoe nemen we geluid op, waar zullen we draaien, welk montageprogramma hebben we nodig. Maar een verhaal was er nog niet. Niet vreemd dat een filmdocent dan afhaakt.
Wij als begeleiders besloten dat ze hun gang konden gaan, al hadden we onze twijfels. Af en toe hoorden we hoe het project verder ging. We hoorden dat ze, na veel moeilijkheden, acteurs gevonden hadden. Ik kon ze wat adviezen geven over geluidsopnamen en begin december werd er gedraaid. Ik spoorde ze aan voor de afwerking voldoende tijd te plannen en te rekenen op een dag montage en nabewerking per minuut film. Dat kwam neer op ruim twee weken en dat zou krap worden met de schoolexamens in december. Achteraf bleek dat nog een optimistische schatting en in de Kerstvakantie moesten ze nog hard werken om de film en het verslag begin januari in te kunnen leveren.
Joost en ik hadden nog niets gezien en begonnen te twijfelen of het wel een goed idee was juist deze, op het eerste gezicht weinig energieke, jongens zo’n ambitieus en ingewikkeld project te laten doen. Een onvoldoende zou consequenties hebben voor Tobias zijn eindexamen.
het verslag
In januari kregen we het verslag en de mededeling dat een ruwe versie van de film op YouTube te zien was. Ik wilde de definitieve versie zien en besloot eerst het verslag te lezen, zo’n 50 pagina’s inclusief script en scenario. Dat was een aangename verrassing. Ik weet niet meer wat ik verwachtte, maar dit overtrof alles. Het was een spannende en goed geschreven beschrijving van een steile leercurve vanaf vrijwel geen kennis van het filmvak tot een bijna professioneel eindproduct.
In een half jaar hebben ze vrijwel alle hindernissen genomen en problemen opgelost, die je bij een speelfilmproductie tegen kunt komen. In de zomervakantie schoolden ze zichzelf bij in het filmvak. Lazen boeken en verder alles wat los en vast zat over filmmaken. Bekeken speelfilms en noteerden stijlelementden die hen aanspraken. Tobias kende een film editor die bereid was hen montage bij te brengen. Met vallen en opstaan leerden ze een script en een scenario te schrijven.
Aanvankelijk zochten ze acteurs bij toneelscholen. Die reageerden niet of laat op hun mails en uiteindelijk lukte het daar niet. Via kennissen kwamen ze op een site voor professionele acteurs, waar ze brutaalweg een advertentie plaatsten. Daarop kwamen zo’n 20 reacties van acteurs die het script wilden lezen. Voor de hoofdrollen selecteerden ze daaruit drie ervaren (semi)professionele acteurs, die bereid waren voor niks met de film mee te doen. Vlak voor de opnamen haakte een van de acteurs af en moesten ze snel op zoek naar een vervanger. Ook de zoektocht naar geschikte lokaties gaf de nodige problemen.
Was het al een prestatie dat ze uitstekende acteurs vonden die gratis meewerkten, ze bleken ook in staat die volwassen acteurs te motiveren om een extra dag te draaien in het weekend, toen de oorspronkelijk geplande ene draaidag uitliep. Sommigen moesten daarvoor op hun vrije zondag helemaal uit Arnhem komen.
Waar ik bij lezing van het verslag nog het meest van onder de indruk ben, is de mate waarin ze reflecteren op het hele proces vanaf helemaal niets tot een kant en klare speelfilm. Daarbij reflecteren ze ook op hun eigen sterke en minder sterke kanten. Dat maak je wel eens anders mee.
Wat mij alles bij elkaar – zelfs zonder een seconde film gezien te hebben – enthousiast maakte, is de combinatie van gedrevenheid, de wil om te leren, doorzettingsvermogen, organisatietalent, sociale intelligentie, schrijftalent en, vooral een groot vermogen tot reflectie en zelfreflectie. Ik was, zacht gezegd, benieuwd naar de film zelf.
de film
De openingsscène is meteen al ijzersterk. Je wordt in een paar seconden het verhaal ingezogen. De film begint met een flashback en springt dan naar een chronologisch verteld verhaal over een bankmedewerker die door zijn baas onder druk gezet wordt om met aandelenhandel grote winsten te maken. Als het slechter gaat met de bank komt hij in de verleiding te speculeren, hoewel dat verboden is. Tenslotte loopt hij tegen de lamp en wordt gearresteerd.
De film vertelt in 16 minuten heel helder hoe met dit soort handel in seconden miljoenen kunnen worden verdiend, of verloren wanneer het mis gaat. Een actueel onderwerp, waar ik na deze film meer van begrijp.
De film is snel gemonteerd, zonder jachtig te worden. Goede beeld- en geluidskwaliteit en belichting (met dank aan klasgenoot Jan-Willem). Kortom, een goede film die mijn verwachtingen overtrof. En voor een budget van iets meer dan 0 Euro.
wat heb ik hiervan geleerd
Ik wil dit verhaal uitvoerig vertellen omdat ik denk dat hieruit een les te leren valt. Bij de nabespreking van de film vroeg ik de jongens wat ze eigenlijk aan mijn begeleiding gehad hebben. Ze hadden immers alles zelf gedaan, zich de nodige kennis en vaardigheden bijgebracht, hulptroepen ingeschakeld, lokaties gezocht en alles tot een geheel gesmeed. Daaraan had ik nauwelijks iets bijgedragen. Hun antwoord ontroerde me en bevestigde tegelijkertijd wat ik dacht over begeleiding van talent. “U en meneer Haarhuis en mevrouw de Jong (coördinator pws) hebben ons vertrouwen gegeven dat we het konden, ook nadat anderen zeiden dat het ons niet zou lukken. Op de goede momenten heeft u ons verder geholpen.”
Voor mij is de les hieruit: neem afstand van je oordeel over een leerling en geef hem vertrouwen in wat hij kan. Juist jongeren van wie het talent niet meteen zichtbaar is en die misschien een ongemotiveerde en ongeïnteresseerde indruk geven hebben dit vetrouwen nodig. Dan kan hun talent tot bloei komen. Ik heb Tobias en Louis in negen maanden tijd zien veranderen van stille, beetje slome jongens in twee zelfbewuste mannen, die weten wat ze willen. Daar heb ik van genoten.
En nee, dit is geen reclame voor mijn feilloze neus voor talent. Ik had er vorig jaar juni echt een hard hoofd in of het wat zou worden.
Dag Dick, wat een prachtig en ontroerend verhaal! Hoopvol in deze door bezuinigingen geteisterde tijden. Thanx
Flip van Duijn.
Geweldig, daar kan je weer een maand op verder!
Wat een mooi verhaal, Dick, zo aan het begin van de lesvrije periode. Dank je wel!